Interview Bas Driessen
CLIL in de praktijk
Tweetalig onderwijs (tto) wordt steeds populairder in Nederland. Een belangrijke pijler van dit onderwijs is Content and Language Integrated Learning. Maar hoe werkt dat nu in de praktijk? Hoe zorg je ervoor dat leerlingen niet alleen een vak leren, maar ook een vreemde taal beheersen? Hierover spreken we met Bas Driessen, een ervaren tto-docent geschiedenis en ook auteur van de methode BRICKS History.
Wil je jezelf even introduceren? Wie ben je, op welke school geef je les en welk vak geef je?
Bas:
Mijn naam is Bas Driessen en ik ben docent geschiedenis en Engels op het Walburg College in Zwijndrecht.
Je geeft les op het tto. Hoe kwam je hier terecht? Wat vind je mooi aan deze onderwijsvorm?
Bas:
Toen ik bezig was met mijn studie geschiedenis was er de mogelijkheid om een minor te doen die gericht was op tweetalig onderwijs. Je kreeg toen alle pedagogische vakken in het Engels en je kon bovendien je Cambridge-certificatie krijgen, wat mooi was want die had ik nog niet. Ik heb toen ook stage gelopen op scholen waar tto-onderwijs aanwezig was. Na mijn afstuderen ben ik, met een beetje geluk, terechtgekomen op mijn huidige school, waar mijn tto-achtergrond een doorslaggevende factor was om mij aan te nemen.
Je was vanaf het begin betrokken bij het ontwikkelen van de second edition van BRICKS History. Een van de pijlers van tto is taalvaardigheid. De CLIL-didactiek (Content and Language Integrated Learning) is een belangrijk instrument om dit te bereiken.
Hoe paste je deze CLIL-didactiek toe bij het ontwikkelen van de boeken van BRICKS History? En paste je die didactiek toe op alle soorten content (theorie, opdrachten, toetsvragen, etc.)?
Bas:
Ik heb mij vooral bezig gehouden met het ontwikkelen van opdrachten in het werkboek en het schrijven van alle toetsvragen voor leerjaar 2 en 3. CLIL komt steeds terug, want je probeert leerlingen een bepaalde basis mee te geven als het gaat om het gebruiken van de Engelse taal. Je wilt ze graag op een bepaalde manier antwoord laten geven, zowel in het werkboek als bij toetsen.
Naast auteur ben je ook gebruiker van de second edition van BRICKS History. Als leerlingen starten met tto is hun taalkennis van het Engels nog niet op een hoog niveau. Hoe zorg je dat je toch inhoudelijk met ze aan de slag kunt? Welke CLIL-werkvormen werken voor jou goed in de klas?
Bas:
Om inhoudelijk met tto-leerlingen te werken ondanks hun beperkte Engelse taalniveau, gebruik ik verschillende CLIL-werkvormen:
- scaffolding: ondersteuning bieden met woordenschatlijsten, visuals en voorbeeldzinnen
- eenvoudige taal: korte, duidelijke zinnen gebruiken en belangrijke concepten herhalen
- samenwerkingsopdrachten: met duo’s of kleine groepen met technieken als Think-Pair-Share of Jigsaw werken
- interactieve werkvormen: met roleplays en andere interactieve activiteiten actief Engels taalgebruik aanmoedigen en vakinhoud versterken
Deze aanpak maakt het mogelijk om zowel taal als inhoud effectief te onderwijzen.
Hoe verandert je manier van lesgeven, ten aanzien van CLIL, als de leerlingen het Engels steeds beter beheersen?
Bas:
Naarmate het niveau van de leerlingen verbetert, kun je ze beter uitdagen met moeilijkere opdrachten en toetsen. De focus verschuift van taalondersteuning naar inhoudsverdieping naarmate de studenten meer vaardigheid verwerven in het Engels in het kader van CLIL. Ik gebruik eenvoudig taalgebruik bij beginners, ondersteund met visuele hulpmiddelen om een basiswoordenschat op te bouwen. Als de taalvaardigheid verbetert, verschuift het taalgebruik naar complexere zinnen waarbij de nadruk meer ligt op academische termen en vaktaal. Tegelijkertijd worden de lessen interactiever. Scaffolding neemt steeds meer af en
zelfstandige activiteiten nemen steeds meer toe.